Persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie (voorheen Rogeriaanse of cliëntgerichte psychotherapie genoemd) is een procesgerichte en interpersoonlijke vorm van psychotherapie. Het uitgangspunt is niet zozeer een DSM-diagnose, maar hoe de patiënt zijn of haar klachten en situatie ervaart. Welke betekenis de klachten hebben binnen zijn of haar unieke levenssituatie, persoonlijke levensgeschiedenis en de existentiële problemen die ervaren worden, gekoppeld aan het verlangen naar zingeving en betekenisverlening aan het leven.
Naast het zich anders leren verbinden met de ander, is het verdiepen en exploreren van de hier-en-nu lijfelijk gevoelde ervaring onderwerp van gesprek. De zeggingskracht van het lichaam heeft een belangrijke rol: door te focussen op en stil te staan bij innerlijke gewaarwordingen exploreert de patiënt zowel de eigen binnenwereld als het contact met de ander. Door de betekenis van de klachten te doorvoelen en te begrijpen, kunnen belevingen veranderen, onderliggende gezonde behoeftes voelbaar worden en komen nieuwe keuzemogelijkheden ter beschikking. De therapeut werkt procesgericht: zij richt de aandacht op stagnaties in de verwerkingsprocessen van gewaarworden, voelen, symboliseren, handelen en interpersoonlijk functioneren.
Problematische interpersoonlijke patronen worden onderzocht in het contact met de therapeut. Bijzondere aandacht gaat naar het zelfbeeld dat als een filter de interactie met de wereld kleurt. Het proces van belevingsverandering vindt plaats binnen de relatie met de therapeut. Die relatie wordt gekenmerkt door de rogeriaanse condities: een respectvolle aanvaarding van de eigenheid van de patiënt naast een empathische attitude en tegelijkertijd authentieke opstelling van de therapeut.
Persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie is geïndiceerd bij verschillende problemen en klachten, waaronder (complex) trauma, depressie, angst, psychotische stoornissen en interpersoonlijke moeilijkheden. Bron: VPeP factsheet.